Welkom bij The Beijing Project

Elke dag van de maand mei 2008 zullen op dit blog teksten en foto's worden gepubliceerd die te maken hebben met het 'Beijing Project' van Toos van Holstein.
Als artist in residence bij de NY Arts Gallery Beijing heb ik de gelegenheid een tentoonstelling te maken in één van de ruimten van deze grote galerie. Daar komen natuurlijk olieverfschilderijen van mij te hangen. Maar ook wil ik proberen om samen met een aantal Chinese kunstenaars een 8-tal grote banners te gaan bewerken waarop van te voren al elementen uit schilderijen van mij gedrukt zijn. Op die manier hoop ik een symbiose tot stand te brengen tussen de moderne Chinese en de moderne Westerse kunst.

Over mij

maandag 5 mei 2008




De meiden van de Chinese kunstenaarsgroep zijn beslist zeer attent.Vanmorgen was er gelijk al een telefoontje dat we woensdag weer met z’n allen bij elkaar komen. En dan ook maar gelijk lekker vroeg: acht uur dient er een taxi voor de deur te staan! Zoiets geeft toch een rustig gevoel en die rust is echt wel nodig, af en toe staan mijn brein en mijn lijf toch aardig onder spanning door de situatie die ik zelf heb willen creëren. Maar door die spanning, dat weet ik van mijzelf, ontstaan er ook weer allerlei ideeën, vaak zelfs te veel.
Ik had me al voor genomen om hier bij de expositie ook ‘iets’ met en op papier te gaan doen. Ten slotte is kunst op papier een belangrijk onderdeel van de cultuur van het oude China.
Vanmorgen ben ik daarom begonnen met het maken van een aantal kleine aquarellen op papier dat ik al had meegenomen vanuit Nederland. Die wil ik bij de tentoonstelling presenteren in een groot blok.

Vanmiddag echter moesten we weer op stap, want ik had niet alleen papier nodig voor m’n meiden voor woensdag maar ook voor mezelf. Waarom weet ik niet, maar ik wilde ‘t gewoon hebben vanwege dat ‘iets’ hierboven. Tegenover de centrale kunstacademie van Peking bevindt zich een letterlijke opeenstapeling van allerlei kunstmateriaalwinkels in een concentratie die we bij ons niet kennen. Ongelooflijk wat daar allemaal is te krijgen! Maar ja, er lopen op die academie ook heel erg veel studenten rond, veel meer dan bij ons het geval is. En als je dan kijkt naar de prijs raak je nog verlekkerder. Ik moet me daar echt inhouden, anders koop ik veel te veel. In ieder geval heb ik naast het meidenpapier een aantal grote vezelachtige vellen van diverse kleuren gekocht die lijken op Japans papier.

Terwijl onze chauffeur, we hadden gevraagd om dezelfde als twee dagen geleden, weer geduldig bleef wachten, zijn we uit nieuwsgierigheid ook nog even overgewipt naar de academie. Dat even werd overigens toch flink wat langer. Allereerst kun je er als vreemdeling bijna verdwalen, zo groot is ’t daar, maar op een bepaald moment kwamen we ook terecht in hun winkel. Daar overviel me weer datzelfde hebberige gevoel als in de materialenwinkels, nu door een overvloed aan boeken. Die zijn dan jammer genoeg wel in het Chinees, maar ze tonen dat de studenten hier nog steeds de basistechnieken bijgebracht krijgen op een manier die in Nederland is uitgestorven, op een enkele enclave na. Hier moest ik natuurlijk weer een aantal boekjes kopen die ik waarschijnlijk ga verwerken in mijn tentoonstelling hier. Maar ook dat idee moet de komende dagen nog vorm gaan krijgen.’t Is nu dinnertime (dat ga je krijgen als er voortdurend Engels moet worden gesproken) en dat is geen slechte tijd. Tot nu toe is het eten hier prima geweest, of ’t nu is in een duurdere tent of in een simpel, lokaal restaurant. Hier zelf in de keuken gaan staan om te koken is echt een belachelijke gedachte als je bedenkt dat we gisteren in zo’n familierestaurantje met 4 personen werkelijk uitstekend hebben gegeten voor nog geen 4 €. Dat eten krijgt dus nog wel eens extra aandacht in deze maand, maar voorlopig blijft de kunst nog de hoofdmaaltijd.





Zoals ik gisteren al aangaf, vandaag zou best wel eens spannend kunnen worden. Wel, het werd spannend en enerverend! Om halftien vanmorgen stond behoorlijk onverwacht de auto voor de deur die ons naar het atelier zou brengen van de leidster van de groep vrouwelijke kunstenaars met wie ik de banieren ga bewerken. Daarbij kregen we de mededeling dat Christina Zhang, de belangrijkste Engels sprekende Chinese medewerkster, zich niet helemaal lekker voelde en alleen per telefoon bijstand zou verlenen. Dat zijn we nu al wel gewend, maar ‘t blijft toch een avontuur te moeten communiceren over kunst met een aantal vrouwen die of de Engelse taal helemaal niet machtig zijn of slechts in zeer beperkte mate. Maar uiteindelijk ging dat allemaal boven verwachting.

Eerst weer een reis van een aantal kilometers naar een ander deel van Peking dan gisteren en toen het atelier. Over de structuur van de stad zal ik deze maand zeker nog wel een keer wat vertellen maar de speciale ervaringen van vandaag hebben nu toch voorrang.
Bij ontvangst in het atelier zaten er twee kunstenaars te wachten die de ontmoeting waarschijnlijk even spannend vonden als ik. De ene, de leidster, sprak helemaal geen Engels, de andere een heel klein beetje met de nadruk op ‘heel’. Hun werk sprak me wel aan. De eerste werkte in de traditie van de Franse impressionisten, vooral die van Bonnard. De ander maakte meer stripachtig werk dat technisch goed in elkaar zat. Met behulp van een open lijn via de mobiel met Christina aan de ene en mij of één van de Chinese meiden aan onze kant lukte het uiteindelijk wel om duidelijk te maken wat mijn en hun intenties waren. In de tussentijd waren er nog twee van de groep binnen gekomen en bij elke binnenkomst bleek het peil van het Engels iets te stijgen. Uiteindelijk konden we het zelfs zonder telefoon af. Om verder een lang verhaal kort te maken, we besloten met z’n allen om eigenlijk maar gelijk aan het werk te gaan nadat geregeld was dat er nog een vijfde met een auto aankwam. Dus met twee auto’s, want onze chauffeur was blijven wachten, terug naar de galerie met bij ons materiaal als kwasten en Chinese inkt dat ze meenamen uit het atelier.
Daar aangekomen gingen ze gelijk enthousiast aan de gang met de inkt om die allemaal op hun eigen manier te verwerken. Eén op een heel onderzoekende manier met de ondergrond van een banier echt als uitgangspunt, een ander drippend als Pollock, een derde meer met Chinese tekens, enz. De concentratie en energie spatte er vanaf net als de inkt met als gevolg dat de betonnen vloer van de galerie later nog wel even grondig moest worden gereinigd.

’t Was duidelijk dat er met deze groep, ondanks het taalprobleem, goed te werken was. Daarom hebben we ook een principe-afspraak gemaakt in de loop van deze week weer bij elkaar te komen om een aantal tekeningen/schilderingen op papier te gaan maken die ook onderdeel van de expositie worden. Wanneer hoor ik waarschijnlijk morgen nog want hier kwam dus weer tevoorschijn waarom ook in de Chinese kunstwereld, en trouwens niet alleen daar, de mannen in het algemeen de boventoon voeren. Het grootste deel van mijn groep meiden is in de dertig, is getrouwd en heeft kinderen met daarnaast nog een baan. De mannen hebben dus alle tijd, de vrouwen moeten een gat in hun schema vinden.
Waar het gaat gebeuren is ook nog onduidelijk. Ze vonden het wel fijn als het ergens in één van hun ateliers kon zijn of misschien in een lokaal bij de academie. Of dit ook allemaal gaat gebeuren? Dat heb ik nu niet meer in eigen hand, met andere woorden ’t zal nog wel even

spannend blijven!