The Beijing Project

Welkom bij The Beijing Project

Elke dag van de maand mei 2008 zullen op dit blog teksten en foto's worden gepubliceerd die te maken hebben met het 'Beijing Project' van Toos van Holstein.
Als artist in residence bij de NY Arts Gallery Beijing heb ik de gelegenheid een tentoonstelling te maken in één van de ruimten van deze grote galerie. Daar komen natuurlijk olieverfschilderijen van mij te hangen. Maar ook wil ik proberen om samen met een aantal Chinese kunstenaars een 8-tal grote banners te gaan bewerken waarop van te voren al elementen uit schilderijen van mij gedrukt zijn. Op die manier hoop ik een symbiose tot stand te brengen tussen de moderne Chinese en de moderne Westerse kunst.

Over mij

vrijdag 30 mei 2008

Dit is dan de laatste tekst voor het weblog, een soort overpeinzing bij de afgelopen dertig dagen. Alles wat we hier hebben meegemaakt, moet in de komende tijd nog een plekje gaan krijgen. Nu kan ik echter al zondermeer stellen dat het een prachtige ervaring is geweest.
Het ijkpunt was het Peking en het China dat we dertien jaar geleden voor het eerst meemaakten als gewoon toerist. Maar dat moet ik allemaal vergeten nu ik hier een maand als een minder gewone toerist heb gewoond in een wijkje dat heel veel facetten van het grote Peking toont en in aanraking ben gekomen met verschillende lagen van de bevolking. Het huidige Peking is niet meer te vergelijken met dat oude. Ik moet natuurlijk oppassen dat ik de stad van nu doortrek naar het China van nu. Net zoals je na een bezoek aan New York niet kunt zeggen dat je Amerika hebt gezien, kun je na een bezoek aan Peking niet zeggen dat je China hebt gezien. Toch durf ik wel te zeggen dat China ontzettend aan het veranderen is. In één van de eerdere afleveringen heb ik al eens geschreven dat er over lezen één ding is, maar het werkelijk ervaren iets geheel anders.

Een stad met 6-baanswegen in een 6-tal stadsringen om het centrum heen waarbij de 6de ring een straal heeft van minstens 25 km, een stad met overal Vinex-locaties die bij ons elk apart al een hele stad zouden vormen, een stad met overal nieuwe, torenhoge appartementsgebouwen van zeer verschillende en vaak mooie architectonische signatuur, een stad met een ongelooflijk aantal nieuwe kantoorgebouwen in ook alweer allerlei stijlen. Met foto’s kun je dat niet laten zien, dat kun je alleen rijdend ervaren.

En dus ook een stad met een bruisende kunstwereld. Een stad met duizenden en duizenden kunstenaars die allemaal hun boterham willen verdienen en beroemd willen worden, met ik weet niet hoeveel galerieën met vaak gigantische tentoonstellingsruimten. Voor mijn gevoel kan dit gewoon niet zo doorgaan, daar moet een keer de klad in komen, vooral ook omdat in de kunstbladen nu India plotseling hot begint te worden. Maar misschien veroorzaakt de Wet van de Grote Getallen wel dat ik dit niet goed kan inschatten. Want als in de toekomst maar 1% van de 1,3 miljard Chinezen geïnteresseerd raakt in kunst en daaraan geld wil besteden, heb je al bijna evenveel mensen als inwoners in Nederland.

Je ziet aan alles in Peking dat het Westerse consumentisme in zwang raakt. Zeer grote elektronicazaken, shopping malls die puur Amerikaans zijn, een hoeveelheid dure auto’s waarmee elke stad in Nederland volledig verstopt zou raken ondanks de vele, vele kilometers subway die in razend tempo zijn aangelegd en waarmee zeer veel inwoners voor 20 eurocent heel Peking door gaan en, nou ja, noem ’t maar op!
Alle nadelen daarvan, files, een vreselijke luchtvervuiling en afbraak van het oude Peking worden door de meesten voorlopig min of meer op de koop toe genomen, natuurlijk ook omdat ze wel het een en ander gewend zijn geraakt in de afgelopen halve eeuw. Voor zover ik ’t na een aantal ontmoetingen en gesprekken een beetje kan inschatten, zijn de mensen behoorlijk tevreden met hun situatie. Ik vind ze in ieder geval een stuk opener en goedlachser dan destijds. De vele kunstenaars die ik heb ontmoet waren geweldig gastvrij, terwijl ze wisten dat ik als ‘arme’ Nederlandse kunstenaar echt niet kwam om hun werk te kopen. De mensen in de hutong bij ons om de hoek stralen vriendelijkheid en nieuwsgierigheid uit en zijn in het algemeen goed, schoon en Westers gekleed. ‘Onze’ chauffeur die heel wat kilometers met ons in zijn auto heeft afgelegd, heeft zijn dromen over een groot huis aan het water met zijn vrouw en kind. Ik heb het gevoel gekregen dat de gewone mens veel meer ‘leeft’ en ook veel meer kan ‘leven’ dan 13 jaar geleden.

Is dit een ode aan Peking? Nee, zeker niet! Maar ik ben me wel voorzichtig gaan afvragen of we in de Westerse wereld, en dus ook in Nederland, het juiste beeld hebben van dit land en niet te veel de nadruk leggen op de natuurlijk ook aanwezige negatieve aspecten.

donderdag 29 mei 2008



Bij een opening hoort ook een sluiting. Vandaag was dus, spijtig genoeg, die sluiting van mijn tentoonstelling hier. ‘Spijtig genoeg’ omdat deze maand is omgevlogen en ik hier best nog wel een poosje had willen blijven.
De mannen die de banners hadden opgehangen, kwamen ze ook weer omlaag te brengen. En zoals gewoonlijk gaat zo’n afbraak veel sneller dan de opbouw. Er was van te voren goed over nagedacht hoe ze met een zo laag mogelijke stellage de klemmen waarmee die lange doeken aan de balken in het plafond waren bevestigd makkelijk konden verwijderen. Een lange stok bleek de juiste oplossing (zie de foto’s).
Ook hielpen ze bij het ontnieten om de olieverfschilderijen van de houten ramen te halen, de banners op te rollen met de doeken er omheen en alles goed in te pakken voor het vervoer terug naar Nederland. Dan is zo’n grote expositieruimte, na een aantal weken mijn werken te hebben gehuisvest, plotseling wel weer heel erg leeg. Maar ja, aan alles komt een eind dus ook aan dit Pekinese kunstavontuur dat werkelijk de moeite waard is geweest. Daarover morgen nog één aflevering in dit weblog van mijn “Beijing Project” en dan kan dat ook worden afgesloten, want zaterdagmorgen vliegen we terug. Zondag kunnen we dan gelijk weer aan de slag met de Kunst en Cultuuroute in Middelburg, het is uiteindelijk maar één keer in de maand eerste zondag van de maand en je doet er aan mee of je doet ’t niet.













woensdag 28 mei 2008



Denk je dat je zo langzamerhand aardig wat kunst en ateliers hebt gezien, leuke kunstenaars hebt ontmoet, raak je verzeild in SongZhuang en kom je er achter dat je eigenlijk weer helemaal opnieuw kunt beginnen.

Maar laat ik voor de duidelijkheid van dit verhaal maar bij het begin daarvan beginnen. In Nederland hadden we via e-mail al contact gekregen met Nanfei Wang, een professionele vrouwelijke kunstenaar in Peking (zie de foto’s hiernaast). Een aantal dagen geleden was ze mijn expositie wezen bekijken en hadden we afgesproken haar een keer in haar atelier te bezoeken. Dat bleek te liggen in SongZhuang en die naam deed gelijk een belletje rinkelen. Want als je je Chinese kunstliteratuur een beetje bijhoudt, weet je dat dit het eerst ontstane kunstenaarsdorp bij Peking is.
In 1995 streken enkele tientallen jonge kunstenaars neer in dit boerendorp op zo’n 30 km van Peking. In de stad zelf werden ze overal door de bestuurders verjaagd, maar in SongZhuang konden ze wel ruimtes vinden voor ateliers en werden ze ook nog met rust gelaten. Maar zoals dat dan vaker gaat, daar waar kunstenaars neerstrijken, ontstaan, om met de schilder Terpentijn uit de strips van Tom Poes te spreken, vibraties. Gecombineerd met de grotere vrijheid die China langzaam aan leerde kennen, leidde dit tot een bloeiende kunstgemeenschap waar zich nu zo’n 1500 geregistreerde kunstenaars bevinden, afgezien nog van de vele ongeregistreerde. Daarbij moet je dan niet denken aan een gezellig dorp want die zijn er rond Peking niet te vinden. ’t Is meer een samenvoegsel van klonters bebouwing op fietsafstand van elkaar met nog wat landbouwgrond en fabriekjes er tussenin. Maar die landbouwgrond begint langzaam te verdwijnen omdat de boeren in de gaten hebben gekregen dat ze veel meer kunnen verdienen door er complexen met ateliers op te laten bouwen en die te verhuren. Kopen kan namelijk al niet meer, dat is sinds kort verboden voor niet-ingezetenen. Op die, voor de Chinese moderne kunstgeschiedenis zo belangrijke plek, waren we dus vandaag.

Onze gids Nanfei, die goed ingeburgerd is in de gemeenschap en prima Engels spreekt, nam er alle tijd voor ons rond te leiden in onze taxi met chauffeur die we voor de hele dag hadden ingehuurd. Daarbij hebben we weer flink wat ateliers van haar bekende kunstenaars bezocht, zijn we overal allerhartelijkst ontvangen, werd ongemerkt onze lunch betaald door een vriend van haar die een tafel verderop zat, werd mijn bezoek zelfs gefilmd, is mijn handtekening op een doek terecht gekomen en kwamen we onvermijdelijk terecht in de tot galerieruimte omgebouwde fabriekjes. De kunst toonde weer een grote variëteit in techniek en afbeelding, in echt authentieke of gejatte stijl (zie de foto’s hieronder). Maar dat laatste is hier totaal geen probleem. De dag was veel te snel om en we hebben maar een heel klein stukje van SongZhuang ervaren, maar toch ook weer genoeg om te kunnen constateren dat de kunstscene in en rond Peking bruist aan alle kanten.












dinsdag 27 mei 2008



Mijn levensgezel zegt altijd “als je ’t groot maakt of veel blijkt het ineens kunst te zijn”. Zet bijvoorbeeld één lege melkfles in een grote, lege fabriekshal, dan heeft iemand die fles gewoon vergeten. Maar zet je er 5000 van die flessen neer, dan ineens is het een installatie en dus kunst, als je er ten minste nog een ingewikkeld verhaal bij vertelt over de veranderende lichtinval in de loop van de dag en de invloed die de flessen hebben op de lichtweerkaatsing, bla, bla, bla, enz.
Maak je een goed lijkend beeld van een naakte baby op ware grootte, dan zal men zeggen ‘leuk’. Maar maak je het zes meter hoog en staat ’t op de Biënnale van Venetië, dan ineens is iedereen onder de indruk en is het echte kunst. Persoonlijk denk ik daarbij eerder aan het verhaal van Andersen over de kleren van de keizer, vooral gezien de naaktheid van de baby.

Deze truc werd in de Westerse moderne kunstwereld al veelvuldig toegepast, dus is ’t logisch dat we ‘m ook hier tegen komen. Het leek me wel interessant daarvan een paar uitingen te tonen. De melkfles is dan wel vervangen door een bepaald beeldje maar lekker vaak te herhalen, de baby is vervangen door een zeer vergrootte metalen cilinder van het type medicijncapsule zoals dat over de hele wereld wordt geslikt, iemand heeft een grote pannenzaak volledig leeg gekocht en weer een ander is lekker gaan kleien met héééél veel klei. Je kunt natuurlijk ook een paar bloederige wc-potten neerzetten met portretten van Tweede Wereldoorlog-figuren of een rotstuin installeren met grote stukken glinsterend blik, precies nagemaakt naar echte rotsblokken. De moderne kunstwereld in Peking is dus druk bezig met een installatie-inhaalslag. En ach, hier hebben ze ook keizers gehad. Logisch dus dat de Duitse kunstgoeroe Joseph Beuys aan Mao de moderne kunst moet uitleggen (laatste foto).















maandag 26 mei 2008



Als je nu in Peking bent, is er absoluut één toeristisch nummer waar je verplicht heen moet! Dat is natuurlijk het OLYMPISCH TERREIN, daar waar HET in augustus allemaal gaat gebeuren. Hoe ik verder ook denkt over de vele aandacht die de Olympische Spelen in velerlei opzicht krijgen, in mijn ogen wel eens teveel, ik kan er hier gewoon niet omheen. Regelmatig komen we enorme displays tegen waarop het aantal seconden tot aan de Grote Dag wordt afgeteld, overal hangen grote reclames van sponsoren van de OS en op elk bierflesje staan de 5 ringen afgebeeld en er zijn heel wat bierflesjes in Peking.

Dus zondag op naar het gebied waar zich de vele stadions bevinden om op ons gemak rond te wandelen en de gebouwen te bekijken. Maar dat viel dus zwaar tegen. Want wat we niet wisten was dat er net afgelopen weekeinde voor het eerst atletiekwedstrijden in het grote stadion georganiseerd werden en dat dit blijkbaar voor veel Chinese families dé gelegenheid was om voor een schappelijk prijsje hun eigen spaghettigebouw van buiten en binnen te bewonderen. Want de kosten voor een olympische ticket zijn met een eenvoudig salaris echt niet op te hoesten. ’t Was dus uitverkocht, wat op zich al reden is voor grote drukte, maar de parkeerinfrastructuur en de olympische ondergrondselijn bleken nog niet klaar. Het resultaat? Verkeerschaos! Maar desondanks hebben we toch het nodige kunnen bekijken door stukken langs de kilometers lange hekwerken te lopen met daarlangs ook het nodige aantal militaire bewakers.

Een paar kilometer ten noorden van het grote stadion, het blauwe olympische zwembad (zie foto0 en die spectaculaire toren in de vorm van de olympische vlam bevindt zich nog weer een groot gebied, met natuurlijk ook weer kilometers hekken , waar zich onder andere het tennis (zie foto) en hockeystadion bevinden, met dat alles in heel veel groen en parken ingebed. Hier was ’t juist opvallend rustig.Kosten nog moeite, grondoppervlak nog goedkope arbeid zijn gespaard om redelijk dicht tegen het centrum van de stad aan een spectaculair sportgeheel te plaatsen. Maar gezien de bouwtroep die overal nog aanwezig was, kon ik niet het idee van me afzetten dat de nog beschikbare maanden juni en juli beslist geen overbodige tijdsluxe zijn.






zondag 25 mei 2008


Zondag, rustdag! Maar de werkelijke reden dat er vandaag geen aflevering is van het weblog, ligt in het feit dat we pas nu, zo rond half een vanavond, terug zijn van een barbecue bij een paar van onze buren, de Georgische beeldhouwer Aleksandre en zijn Chinese vrouw, de tapijtenweefster Nino en een Australisch, Spaans/Braziliaans, Koreaans gezelschap waarin ook nog regelmatig Russisch werd gesproken .

zaterdag 24 mei 2008


Zaterdagavond is duidelijk een vrije avond. Dat was in ‘onze’ hutong aan de drukte ook weer goed te merken. Zo voelt dat na een aantal weken echt, ‘onze’ hutong! Als we daar rondlopen in ‘de winkelstraat’ is het wederzijds een en al herkenning, vriendelijke lachjes en zwaaihandjes. Dus moet nu in het weblog die hutong maar eens onder de aandacht worden gebracht met een flink aantal foto’s en weinig tekst.